In 2001 deed de wiskundige Paul Pasles een opzienbarende ontdekking. Na zijn wiskundestudie aan de, door Benjamin Franklin (1706-1790) opgerichte, universiteit van Pennsylvania, ging hij in Philadelphia wonen, de stad waar Franklin een groot deel van zijn leven gewoond en gewerkt had. Omdat Pasles altijd al geïnteresseerd was in geschiedenis, was het voor hem natuurlijk zich in het wiskundige werk van Franklin te gaan verdiepen. Hij wist dat Franklin in mei 1765 een brief geschreven had aan de wetenschapper John Caton in London, waarin hij hem twee vierkanten toestuurde, een van de orde zes en een van de orde vier. Pasles' zoektocht naar de bewuste brief liep echter op niets uit; niemand lijkt te weten waar de brief gebleven is. Maar gelukkig bleek dat een duplicaat van deze brief bewaard was gebleven in de bibliotheek van de Royal Society in London. Hij ontdekte daarin, naast de genoemde vierkanten van orde vier (welke precies Dürers vierkant bleek te zijn) en dat van orde zes, ook nog een tot dan toe onbekende gebleven vierkant van orde zestien.